individuele leerlijn en ontwikkelingsperspectief

Binnen de school proberen wij zo lang mogelijk de kinderen met specifieke onderwijsbehoeften bij het programma van hun basisgroep te houden, aangevuld met intensieve oefening en instructie.

Indien een kind 1F niveau niet haalt vanwege een specifieke beperking of stoornis en/of lagere cognitieve capaciteiten (IQ <80) zal dit kind geheel of gedeeltelijk losgekoppeld worden van het reguliere programma van de eigen groep en een individuele leerlijn krijgen. Dit traject wordt gestart door de interne begeleider. Hij of zij stelt een ontwikkelingsperspectief op om de vooruitgang van deze kinderen in de gaten te houden. Dit ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld o.b.v. de uitslag van een IQ/breed onderzoek en de toetsen van het LOVS. Bij het opstellen van het jaarhandelingsplan voor deze kinderen met specifieke onderwijsbehoeften wordt gebruik gemaakt van de referentiekaders . Dit jaarhandelingsplan wordt gemaakt door de groepsleerkracht. Hij of zij krijgt bij het maken van het plan ondersteuning van de interne begeleider. Per periode (8-10 weken) evalueert de groepsleerkracht of de gestelde doelen behaald zijn en wat de doelen voor de volgende periode zijn en bespreekt dit met de interne begeleider. Twee keer per jaar vindt er een gesprek plaats met de ouders, de groepsleerkracht en eventueel de interne begeleider.
De leerling met extra ondersteuningsbehoefte heeft het recht om vrijelijk zijn mening te geven over het ontwikkelingsperspectief.  De school verleent dit recht en zet de mening van de leerling in het document.